Jerez de la Frontera

De stad Jerez de la Frontera staat in de hele wereld bekend om zijn wijnen en paarden. De prachtige wijnkelders, de flamencofestivals en het stierenvechten maken de aantrekkingskracht van deze stad van vele monumenten compleet. Er is genoeg te doen in Jerez de la Frontera en u zult er ruim twee dagen voor nodig hebben. Als u overweegt uw verblijf te verlengen, moet u Cadiz, Chipiona of Arcos de la Frontera bezoeken. Natuurliefhebbers kunnen in het zuiden genieten van het natuurpark van de baai van Cádiz.

Om Jerez te bezoeken moet u beginnen in het oude gedeelte van de stad, waar u de overblijfselen van het fort van Jerez (12e eeuw) kunt zien, waaronder de achthoekige toren en een oude moskee, nu de kapel van Santa Maria. Het Villavicencio-paleis (18e eeuw) is interessant vanwege de Zwarte Zaal die een prachtig panoramisch uitzicht over de stad biedt.

Van de verschillende kerken zijn vooral die van Santiago (13e eeuw), die van San Miguel (15e-16e eeuw) en die van San Lucas, San Marcos en San Mateo met hoge altaren uit de 18e eeuw opmerkelijk.

U kunt in Jerez de la Frontera veel paleizen bezoeken, allemaal genoemd naar belangrijke figuren uit de plaatselijke geschiedenis: Domecq (18e eeuw), Pérez-Luna (18e eeuw), Riquelme, Dávila (renaissancestijl), Camporreal (neoklassiek), Duque de Abrantes (19e eeuw), waar de Koninklijke Rijschool van Andalusië en het Museum voor Ruiterkunst zijn gevestigd.

De wijnkelders zijn zeer populair. In de Williams-Humbert kelder kunt u het Jerez Wijnmuseum bezoeken. In de kelders van de Estévez Groep zijn schilderijen van Picasso te zien (uit het Vollard Museum) en in de Tradición Kelders vindt u enkele van de meest opmerkelijke schilderijen van de Spaanse kunst.